Theorieën leren

Wat zijn leertheorieën?

Leertheorieën zijn experimenten in de psychologie of pedagogiek die een model gebruiken om de leerprocessen te verklaren. Kennis over de leerprocessen wordt samengevat en helder gepresenteerd aan de hand van hypothesen.

Er zijn een aantal verschillende leertheorieën, die elk meestal een enkele vorm van leren beschrijven. Theorieën over leren zijn in de afgelopen eeuwen al opgesteld en onderzocht, bijvoorbeeld door Ivan Pavlov.

Overzicht van verschillende leertheorieën

De leertheorieën kunnen in twee groepen worden verdeeld: de behavioristische leertheorieën en de cognitivistische leertheorieën.

De behavioristische leertheorieën erkennen een verband tussen prikkels uit de omgeving op de leerling en de resulterende reacties en daaropvolgend gedrag.
Een klassieke leertheorie van deze groep is "klassieke conditionering", ook wel signaalleren genoemd. Deze leertheorie beschrijft het feit dat een bepaalde stimulus een reactie in het lichaam uitlokt. Als deze prikkel altijd gecombineerd wordt met een signaal, bijvoorbeeld het luiden van een bel, dan triggert alleen het signaal na een bepaalde tijd de lichaamsreactie.

Een andere leertheorie van deze groep is instrumenteel leren. Er wordt geleerd onder welke omstandigheden welke reactie tot welk gevolg leidt. Het is belangrijk dat een bepaalde situatie herhaaldelijk wordt waargenomen. Deze leertheorie maakt gebruik van het principe van beloning en straf, dat de frequentie van gedrag verandert door beloning of straf.

In de cognitivistische leertheorieën worden cognitie en emoties geïntegreerd in de modellen van de leerprocessen en wordt leren gezien als een hoog mentaal proces dat bewust kan worden ontworpen. De leerling kan het proces actief vormgeven. Bandura ontwikkelde een modelleertheorie, net zoals Piaget een model ontwikkelde.

Verdere leertheorieën die niet in een van de twee groepen kunnen worden onderverdeeld, zijn constructivistische leertheorie en instructieve leertheorie.

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in het volgende artikel: De verschillende vormen van lesgeven.

Cognitieve leertheorieën

Cognitieve leertheorieën proberen denkprocessen tijdens het leren te onderzoeken en te presenteren die ontstaan ​​tijdens psychologische activiteiten zoals waarnemen, herinneren, problemen oplossen en verbeelden. Cognitief leren kan worden vervangen door termen als leren door inzicht of denken.

De voorwaarde "cognitie"beschrijft het proces waarin het menselijk organisme kennis van zijn omgeving verwerft door informatie te verwerken en te herschikken. De leerling is actief betrokken bij het leerproces door te reageren op externe stimuli, deze te evalueren, te ontwikkelen en te interpreteren. De stimuli, of Ook wel informatie genoemd, het wordt vergeleken met wat er al is ervaren en kan op deze manier worden geclassificeerd. Dit betekent dat het leerproces voor elke persoon individueel plaatsvindt, aangezien ervaringen en ervaringen subjectief zijn. Dienovereenkomstig spelen perceptie en actieve betrokkenheid bij de omgeving een rol in de cognitieve leerprocessen.

Het verband tussen stimulus en reactie wordt beschreven als een cognitieve representatie en wordt bepaald door de stimulusinhoud, het informatiekanaal en het soort ervaring. Een ander belangrijk aandachtspunt bij cognitieve leertheorieën is de cognitieve ontwikkeling en leeftijd van de proefpersonen.

Theorie-didactiek leren

De leertheorendidactiek is ontwikkeld door Paul Heimann, Gunter Otto en Wolfgang Schulz en wordt ook wel het "Berlin Model" genoemd. Dit model is bedoeld om de docent in staat te stellen de lessen te analyseren en dienovereenkomstig te plannen. In het model moet een zinvolle beslissing over het leerproces van studenten worden uitgewerkt door een docent onder verschillende omstandigheden en situaties.

Het model gaat ervan uit dat bepaalde factoren, ook wel structurele momenten genoemd, in elke les terug te vinden zijn. Bekijk de structurele analyse of de structurele elementen om het model uit te leggen. Deze worden gevormd uit de beslissingsvelden en de conditievelden.
De beslissingsvelden zijn opgebouwd uit vier aspecten: het onderwerp, de keuze van media, de methodologie en de intentie (intentie, doelen).
De conditievelden worden bepaald door basiseisen zoals klasgrootte, studentenreglementering, curriculum, uitrusting, leeftijd, onderwijscapaciteit en geslacht (antropogene eisen en sociaal-culturele eisen).

In het Berlijnse model zijn alle individuele constructie-elementen met elkaar verbonden, afhankelijk en wederzijds beïnvloeden ze elkaar. Dienovereenkomstig leiden interventies op individuele elementen tot een verandering in alle elementen, daarom moeten beslissingen altijd in hun volledige impact en complexiteit worden beschouwd.

Lees ook ons ​​artikel: De didactische driehoek voor succesvol lesgeven.

Bandura leertheorieën

Albert Bandura ontwikkelde de leertheorie "leren op een model", die leerprocessen beschrijft met behulp van rolmodellen. Zijn theorie kan worden onderverdeeld in twee fasen, elk met twee processen.

De eerste fase is de acquisitiefase en omvat het aandachts- en retentieproces. De leerling concentreert zich op het model en observeert het tijdens het aandachtsproces. Ze vestigt haar aandacht op eigenschappen of gedragingen van het model van haar keuze.
Tijdens het geheugenproces wordt het waargenomen gedrag in het geheugen opgeslagen doordat de leerling het gedrag of de kenmerken cognitief herhaalt of motorische vaardigheden imiteert. Dit bevordert een latere terugroepactie.

In de tweede fase, de uitvoeringsfase, wordt onderscheid gemaakt tussen het reproductieproces en het bekrachtigings- en motivatieproces.
In het voortplantingsproces wordt het waargenomen gedrag nagebootst en door de leerling uit het hoofd herhaald. Alleen het gedrag dat nuttig en goed lijkt voor de leerling, wordt herhaald, waarbij de kwaliteit van de imitatie kan variëren. Gedrag kan worden verbeterd door zelfobservatie en kritiek van anderen. Het bekrachtigings- / motivatieproces beschrijft de bekrachtiging van een gedrag omdat de leerling met zijn gedrag succes of iets positiefs kan bereiken. Door op te merken dat het nieuwe gedrag gunstig is, zal de persoon het aangeleerde gedrag vaker vertonen.

Lees ook ons ​​artikel: Wat voor soort leerling ben ik?