Diagnose van perifere arteriële ziekte

Synoniemen

Diagnose van PAD, onderzoek van perifere arteriële occlusieve ziekte, Ratschow positioneringstest

diagnose

De dokter vraagt ​​in het begin Medische geschiedenis (Anamnese). De loopafstand die zonder pijn kan worden beheerd, is bijzonder belangrijk. Dit is met name van belang voor de enscenering van PAOD (zie enscenering volgens Fontaine-Ratschow).

Ook wordt onderzoek gedaan naar risicofactoren, met name roken, Suikerziekte (Suikerziekte), Stoornissen van het vetmetabolisme en anderen.

Dan de fysiek onderzoek. Het begint met de inspectie, d.w.z. het beoordelen van de aangedane extremiteit. Hierbij worden huidskleur (bleek bij PAD), temperatuur (koud bij PAD), weefselverlies, zwarte verkleuring en zweren gecontroleerd. We zoeken ook naar andere tekenen van een voedingsstoornis (trofische aandoening) van de extremiteit, zoals Spierverspilling (atrofie), verminderde nagelgroei of verharding (fibrose).

De arts zal dan proberen de verschillende pulsen te voelen (palpatie), omdat hierdoor de locatie van de vernauwing kan worden verkleind. Deze zijn zwakker of helemaal niet voelbaar in het getroffen gebied. Voor de been dit zijn 4 belangrijke:

  • Lies pols (Dijbeenslagader)
  • Puls in de holte van de knie (arteria poplitea)
  • Puls op de achterkant van de voet (A. dorsalis pedis)
  • Puls achter de mediale malleolus (posterieure tibiale slagader)


Zelfs daarmee stethoscoop een stromingsgeluid is te horen in het getroffen gebied, omdat het bloed bij verhoogde druk door een vernauwing moet gaan. (Luisteren met de stethoscoop: auscultatie).

Bewaarmonster volgens Ratschow

Omdat de pijn vaak optreedt na het optillen van het been (verhoogde zuurstofbehoefte door spierarbeid), kan ook de Ratschow positietest worden uitgevoerd. Hier moet de patiënt zijn voeten met de benen rechtop bewegen totdat er symptomen optreden. Het aangedane been wordt bleker. Als de benen nu weer naar beneden mogen hangen, zal er na enkele seconden een roodheid van het been optreden door de verhoogde bloedstroom. Perifere arteriële occlusieve ziekte (PAD) duurt langer om te verschijnen.

Als laatste ingreep zonder verdere technische hulpmiddelen wordt de bloeddruk bepaald op zowel de armen als de benen. Als de bloeddruk van de armen hoger is dan die van de benen, duidt dit op een vernauwing in het gebied van de benen.

Normaal gesproken is de druk hoger in de benen, omdat deze lager zijn en dus het bloed erboven ook naar beneden drukt.

Een ander onderzoek om objectief vast te stellen in hoeverre de beperking bestaat, is de looptest. Met een loopband wordt bepaald hoe lang de pijnvrije loopafstand is (belangrijk voor de onderverdeling in stadium II, zie enscenering volgens Fontaine-Ratschow).

De belangrijkste onderzoeksmethode is Doppler-echografie, een echografisch onderzoek. Het is niet-invasief (geen ingreep in het lichaam) en kan snel worden uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om de stroomsnelheid van het bloed te bepalen. Boven de vernauwing wordt dit sterk vergroot, aangezien hier hetzelfde volume bloed door een kleinere binnendiameter (lumen) moet stromen. Dit onderzoek kan ook worden gebruikt om bepaalde veranderingen achter het getroffen gebied te detecteren.

Lees meer over het onderwerp: Doppler-echografie

Radiologische onderzoeken kunnen worden uitgevoerd om nauwkeuriger informatie te krijgen over de locatie, lengte en omvang van de vernauwing. Deze omvatten b.v. (3D) MRI-angiografie (een tomografisch onderzoek met magnetische resonantie), CT-angiografie (een computertomografie, een speciale röntgenprocedure) of digitale subtractie-angiografie (DSA, ook een speciale röntgenprocedure).
MRI is niet mogelijk bij patiënten met pacemakers of metalen implantaten.

Al deze onderzoeken worden uitgevoerd met behulp van contrastmiddelen.

Omdat er echter altijd een zeker risico bestaat dat het vat volledig wordt gesloten, worden deze onderzoeken meestal alleen uitgevoerd als er redenen zijn voor interventionele therapie. Ofwel in de vorm van een katheterprocedure of een operatie (zie PAD-therapie).

Het is ook belangrijk om nader onderzoek te doen om te bepalen of het gaat om de slagaders die de hersenen voeden of om de kransslagaders.